Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult de berderen met goud overtrekken, en hun ringen [31](de plaatsen voor de richelen) zult gij van goud maken; de richelen zult gij ook met goud overtrekken. 31. Hebreeuws, huizen voor de richelen; dat is, dienende om de ringen daardoor te steken.